De Joodse Tien Geboden

De joden werden in Egypte als slaven behandeld daarom ontsnapte ze onder leiding van Mozes. Onder de reis naar ''het beloofde land'' ontving Mozes De Tien Geboden op twee tafels in de woestijn van Sinaï boven op de berg de Horeb. De Tien Geboden zijn de globale leefregels van de streng gelovige joden. Deze geboden vind je in het Exodus 20:1-17 en in de Deuteronomium 5:6-21. Dit zijn De Tien Geboden op een rijtje:

De eerste tafel

  1. Denk er altijd aan dat er één God bestaat.
  2. Je mag alleen God dienen en van niets of niemand afgodsbeelden maken.
  3. Je mag de naam van God niet zo maar, zonder reden, uitspreken.
  4. Heilig de zevende dag van de week, de Sjabbat en verricht op deze dag geen werk.
  5. Je moet je vader en je moeder altijd gehoorzamen.

De tweede tafel

  1. Je mag niemand vermoorden.
  2. Je mag niet met een vrouw trouwen, die al getrouwd is.
  3. Je mag niet stelen.
  4. Je mag niet liegen.
  5. Je mag niet jaloers zijn.

Opdracht 4a